Wolven zijn gevoelig voor elektriciteit. Als een wolf een keer een flinke elektrische schok heeft gehad, zal hij met deze leerervaring niet snel opnieuw een elektrische afrastering aanraken. Omdat wolven gevoelig zijn voor elektriciteit is een goede afrastering met stroom(-draden) daarom heel effectief. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat wolven vooral in de nachtelijke periode actief zijn én op het moment dat schapen onbewaakt in het veld zijn. Wil je een efficiënte afrastering om de wolf te weren, dan is er slechts één oplossing: een afrastering voorzien van stroom. Na het eerste contact met een elektrische afrastering zal de wolf het raster mijden. Een wolf stoot zich geen twee keer aan hetzelfde raster. Je hebt daarmee een psychologische barrière tussen jouw dieren en de wolf gecreëerd.
Een afrastering tegen wolven moet minimaal 1,20 m hoog zijn en belangrijk hierbij is dat er gebruik wordt gemaakt van 5 - 7 horizontale blauwe draden. (het blauwe turboline schrikdraad of lint is speciaal ontworpen voor wilde dieren) De onderste draad moet maximaal 20 cm boven de grond zitten, zodat de wolf niet de kans krijgt om er onderdoor te kruipen. Het plaatsen van een blauw lint in plaats van draad aan de bovenkant van de afrastering schrikt wolven nog meer af en voorkomt ook dat de wolf over de elektrische afrastering heen kan springen. Wil je absoluut op zeker spelen? Dan kun je een dubbele afrastering plaatsen. Zo creëer je een extra barrière. Dit kan met name effectief zijn voor gebieden die een geïsoleerde ligging hebben.
Voor het aanleggen van een elektrische afrastering tegen wolven kun je kiezen voor een permanente afrastering of voor een mobiele (verplaatsbare) afrastering. Daarnaast kun je uiteraard ook je huidige afrastering, welke niet geëlektrificeerd is (bijvoorbeeld een raster van gaas of een houten afrastering), elektrificeren. Zodat je met enkele aanpassingen de bestaande omheining wolf werend maakt.
Normen voor een afrastering met stroomdraden
- Minimaal 4.5 kV elektrische spanning; minimaal 1,5 joule impulsenergie.
(Om overal voldoende spanning op de draden te houden kan bij grotere percelen een hogere impulsenergie nodig zijn)
- Minimaal 5 stroomdraden.
- Minimale afstand tussen de palen is 8 mtr.
Verdeling van de draden:
- Onderste draad maximaal op 20 cm hoogte van de grond.
- Bovenste draad minimaal 120 cm hoogte vanaf de grond.
- Tussen draden op 40, 60, 90 cm hoogte.
- Draden dienen aan de buitenzijde van het raster geplaatst te zijn.
- De afwijking voor de draden mag niet meer dan 5 cm zijn.
Er mag geen opstapmogelijkheid zijn die groter is dan 30 cm buiten het raster op een afstand van 2 mtr.
Plaats op 1,20 meter hoogte eventueel extra schriklint zonder stroom als extra optische barrière.
